Nieuws uit Nazareth en Eke
Toon meer nieuwsGeschiedenis van Davidsfonds Nazareth
2024 is een feestjaar voor Davidsfonds Nazareth. De vereniging bestaat immers 100 jaar.
Davidsfonds Nazareth (DF) werd in 1924 opgericht, meer bepaald op 27 februari . De jaren tussen beide wereldoorlogen golden als een echte topperiode voor Davidsfonds. In heel Vlaanderen kwamen er nieuwe afdelingen bij, zo ook hier. Toenmalig pastoor Vanderveken en onderpastoor Goethals gaven de impuls tot de oprichting. Beide heren waren te vinden voor een volksverheffende en Vlaams getinte cultuurorganisatie in hun dorp. Het katholieke aspect van Davidsfonds gaf voor hen zeker de doorslag.
Enkele vooraanstaande Nazareners zetten zich achter de oprichting van de nieuwe afdeling. De stichters namen meteen taken op in de nieuwe cultuurorganisatie. Dokter Jean-Baptiste De Laet werd voorzitter, dierenarts en professor Georges Van de Velde nam het ondervoorzitterschap op zich en onderpastoor Goethals fungeerde als proost en penningmeester. Leonce Coolsaert, die in het dagelijkse leven vertegenwoordiger was nam de taak van secretaris op zich.
In het eerste jaar traden er al 54 leden toe. De afdeling nam een vliegende start. In 1927 werden er 250 leden genoteerd, vier jaar later bereikte het aantal een piek van 265. In die topjaren had de vereniging zelfs een studieleeskring voor meisjes en een toneelvereniging voor jongens.
Het jonge DF had haar wortels in het plaatselijke toneel. Na de Eerste Wereldoorlog waren er in de gemeente twee verenigingen actief die toneel op de planken brachten. Muziekmaatschappij ‘Vrank en Vrij’ speelde muziek en combineerde dit met toneel. Operettes waren één van hun handelsmerken. Daarnaast was er de iets elitairdere toneelbond ‘Hoger op’. ‘Hoger op’ kwam tweemaal per jaar met een nieuw stuk naar buiten. Er werd afgewisseld tussen een revue en minder lichte stukken. Ze speelden in de oude gemeenteschool (plek waar het gemeentehuis staat) en later in een zaal van de pastoor. Het is geen toeval dat de pastoor hen steunde, want ‘Hoger Op’ was uitgesproken katholiek.
Deze toneelbond viel echter na een zestal jaar uiteen. De reden was eenvoudig: de acteurs trouwden en verlieten het dorp. Omdat gemengd toneel toen nog taboe was -vrouwen waren niet toegelaten bij ‘ Hoger op’-, bleek het moeilijk om altijd voldoende spelende leden te vinden.
Het valt op dat een pak voormalige leden van ‘Hoger op’ bij aanvang bij DF Nazareth betrokken waren. Dit kan niet toevallig geweest zijn, want ‘Hoger op ‘ had net zoals Davidsfonds een Vlaamsgezinde tint.
DF-voorzitter dokter De Laet was voordien bestuurslid bij de toneelbond. De Laet was een gekend figuur in Nazareth. Hij woonde in een herenhuis in het centrum van het dorp en was meer dan 50 jaar dorpsdokter. Timon Schaubroeck- oprichter van toneelbond ‘Hoger op’- trad eveneens toe tot het bestuur van de jonge cultuurorganisatie. De hierboven al vernoemde Leonce Coolsaet was mede-oprichter van de toneelbond en daar ook secretaris vooraleer hij de eerste secretaris van DF Nazareth werd. 1. Voor Leonce was het ‘Vlaamse aspect’ van Davidsfonds ongetwijfeld belangrijk, want de Vlaamsgezindheid zat in zijn bloed. Coolsaets broer Marcel was een overtuigd Vlaams activist. Wegens dat activisme en de verbondenheid met de Duitse bezetter had Marcel Nazareth na de Eerste Wereldoorlog moeten verlaten.
De familie Schaubroeck was in die jaren zeer goed vertegenwoordigd in het culturele leven van het dorp. 2. De meest in het oog springende Schaubroeck was Timon. De man had een weverij in de ’s Gravenstraat (het gebouw met de kenmerkende gevel staat er nog, maar is nu omgevormd tot lofts). Timon was in 1920 de eerste Nazarener die een eigen auto bezat. In zijn Nagant (een wagen van Belgische makelij, gebouwd in het Luikse Herstappe) had hij veel bekijks.
Een jonge vereniging heeft toonaangevende figuren zoals Timon Schaubroeck nodig. Zij lokken immers volk en brengen een hoop vrienden mee.
Een eerste echte activiteit was de opvoering van het stuk ‘Jozef in Dothan’ van Joost Van den Vondel. Meteen een zwaar stuk, want het vertelt het verhaal van aartsvader Jozef die door zijn jaloerse broers in een put in Dothan wordt gegooid. De tragedie werd in 1924 opgevoerd in ‘de hovingen’ van de juffrouwen Van Poucke. Dit ter gelegenheid van het 50-jarige bestaan van Davidsfonds. De piepjonge afdeling liet niet na om de moederorganisatie te eren.
In de periode 1932-1938 werd het stuk opnieuw op de planken gebracht. Op toneelgebied stond Davidsfonds Nazareth sterk, want ze brachten de opvoeringen met spelers uit de eigen rangen. De stukken die DF Nazareth toen speelde stonden niet bekend voor hun luchtigheid. Er werd voor het moeilijkere dramatische werk geopteerd. Deel uitmaken van het grote Davidsfonds was voor een lokale afdeling als Nazareth niet nadelig, want de verschillende afdelingen leenden vaak kostuums en rekwisieten aan elkaar uit.
Davidsfonds speelde ook niet altijd de grote dramatische stukken. In de kerstperiode van 1930 brachten de leden het stuk ‘ En waar de sterre bleef stille staan’ van Felix Timmermans op de planken. Dit toneelstuk was ideaal om het kerstfeest van de afdeling op te luisteren.
Op 11 januari 1931 was het thema al een pak zwaarder. Op die dag bracht de Truiense pastoor Peeters het ‘Passiespel van Oberammergau’ naar Nazareth. Bij deze voorstelling werd gebruik gemaakt van toen zeer moderne lichtbeelden en andere lichteffecten. Uit de stukken die gespeeld werden komt goed het katholieke karakter van Davidsfonds naar voren.
In de beginjaren was Davidsfonds Nazareth -net zoals de meeste andere afdelingen- geen vereniging voor de doorsnee Nazarener. Het was een organisatie voor en door de betere klasse van het dorp. Doorheen de jaren verdween het elitesfeertje.
Opvallend is dat Davidsfonds Nazareth gedragen werd door verschillende families. Frans, zoon van de eerste voorzitter Jean-Baptiste De Laet was vanaf 1952 voorzitter van Davidsfonds. Al in de jaren 1930 kwam de naam van Frans De Laet voor als bestuurslid. De familie Van Poucke was ook een belangrijke familie voor DF Nazareth. Verschillende leden hebben doorheen deel uitgemaakt van het bestuur. Paul Van Poucke was ongetwijfeld de belangrijkste. In 1961 werd hij vermeld als ondervoorzitter, vanaf 1964 nam hij het voorzitterschap op zich. De Schaubroecks lopen eveneens als een rode draad door het Nazareths Davidsfonds. Verschillende generaties hebben hun steentje bijgedragen aan de werking. DF was een mannenzaak maar vanaf de jaren 60 traden er ook vrouwen tot het bestuur toe o.a. Andrea De Keukeleire. Het gebeurde immers vaker dat de dames het dorp verlieten toen ze in het huwelijk traden en dus ook het bestuur verlieten.
Boeken waren altijd een pijler waarop Davidsfonds steunde. 3. Uit de correspondentie van Davidsfonds Nazareth blijkt dit duidelijk. Regelmatig werden er vragen gesteld omtrent de bezorging van literatuur. De boeken waren ook voor de Nazareners een reden om zich aan te sluiten. Eén van de trouwste aankopers van boekenpakketten was het instituut ‘Immaculata’, dat we vandaag beter kennen als ’Het Kinderkasteeltje’.
Na de Tweede Wereldoorlog ging Davidsfonds Nazareth door een crisis. 4. Alle bestuursleden waren lid van het VNV geweest. Geen enkel bestuurslid kon aan collaboratie gelinkt worden, maar een deel van de Nazareners bekeek hen toch met een scheef oog. In 1952 stapte voorzitter Traest op n.a.v. een Davidsfondsactiviteit. Deze activiteit werd georganiseerd door Davidsfonds, maar de vereniging werd niet vernoemd. Toen ook nog de vlag met de Vlaamse Leeuw werd verwijderd was voor Traest de maat vol. Tussen 1953 en 1958 werden er geen activiteiten meer georganiseerd. De crisis is af te lezen aan het ledenaantal. Het aantal leden daalde ieder jaar, niet spectaculair, maar toch merkbaar. De dalende trend werd pas aan het eind van de jaren 1950 doorbroken. Niet toevallig op het moment waarop Davidsfonds Nazareth herleefde.
Door een sterk programma op poten te zetten kroop men uit het dal. Lezingen waren altijd heel belangrijk voor de organisatie en in Nazareth werd dat heel goed aangepakt. 5. Regelmatig werd een ‘bekende ‘kop’ uitgenodigd om een voordracht te geven. Zo kwam in oktober 1961 niemand minder dan de ‘Godfather’ van het KMI, Armand Pien naar onze gemeente om er te spreken over de ruimtevaart. De bekende journalist Louis De Lentdecker ging ook enkele keren in op een uitnodiging van het bestuur. De Lentdecker had het in 1963 over zijn reis naar Japan, in 1967 sprak hij over de misdaad. Het was een bewuste strategie om op gezette tijden een tv- vedette naar de gemeente te lokken, want dat waren altijd publiekstrekkers. In die periode begonnen de voordrachten van Davidsfonds trouwens – niet enkel die in Nazareth- stevig concurrentie te ondervinden van de televisie. De tv-coryfeeën maakten ook gebruik van hun bekendheid om te kunnen optreden. Zo nodigde Davidsfonds Nazareth in 1962 Paula Semer met haar man Herman Niels uit. Het duo boekte in die jaren succes met hun grammofoonplaten met daarop sprookjes.
DF heeft zijn Vlaamse roots nooit verloochend o.a. door voordrachten over Vlaamse thema’s te organiseren. Voordrachtkunstenaar Antoon Van der Plaetse beklom in januari 1964 het spreekgestoelte. 6. De getalenteerde declamator had in de Tweede Wereldoorlog door zijn uitgesproken Vlaamsgezindheid te veel de Duitse kaart getrokken en was veroordeeld voor collaboratie. In 1962 werd Antoon gerehabiliteerd waardoor hij opnieuw de kans kreeg om op te treden. Een minder gecontesteerd figuur met een Vlaams hart was dichter Anton Van Wilderode. Hij was in maart 1976 in Nazareth te zien. De meest militante Vlaamse spreker die door Davidsfonds Nazareth werd geprogrammeerd was Flor Grammens. De man kwam op 7 april 1978 een voordracht geven. Grammens streed zijn hele leven voor taalwetten en het vastleggen van de taalgrens. Na de Tweede Wereldoorlog werd Flor veroordeeld voor collaboratie en verloor hij levenslang zijn burgerrechten, maar hij bleef trouw het Vlaams gedachtegoed uitdragen.
De DF-leden kwamen ook op straat voor de Vlaamse zaak. In oktober 1961 waren ze op vraag van de hoofdzetel in Leuven aanwezig op een betoging tegen de uitdeining van het Brussels Gewest. 7. Het hoofdbestuur stuurde bij grote manifestaties altijd brieven rond om zoveel mogelijk plaatselijke afdelingen te mobiliseren. De Nazareners waren eveneens aanwezig op de betoging tegen het Egmontpact in oktober 1977. Een hele bus ‘Davidsfondsers’ uit de regio trok toen richting Dilbeek om massaal hun stem te laten horen. Wilfried Aers uit De Pinte was één van de drijvende krachten achter het verzet tegen het Egmontpact in de regio en de Nazareners ondersteunden dat. Eén jaar later deden ze o mee aan een affiche-actie die opriep voor meer Nederlands in Brussel. De afdeling volgde de politieke lijn van de hoofdzetel in Leuven. Naar andere politieke steunpunten werd wel geluisterd. Zo organiseerde Davidsfonds Nazareth op 5 oktober 1973 een debat over de nieuwe politieke cultuur met verschillende politieke kopstukken waaronder Wilfried Martens. Met 202 aanwezigen was het één van de meest succesvolle activiteiten van de afdeling ooit.
Wie het Vlaams gedachtegoed genegen is, heeft meestal ook interesse voor geschiedenis en erfgoed. DF werkte destijds mee aan de inventarisatie van de oude gebouwen en waardevolle landschappen in de gemeente. Deze lijst is vandaag nog steeds de basis van de huidige inventaris. In 1975 -ten tijde van het 50-jarige jubileum van Davidsfonds Nazareth- schreef Albert Le Clercq bijgestaan door de andere bestuursleden het boek ‘Bijdragen tot de Geschiedenis van Nazareth’. De toen nog jonge heemkring Scheldeveld ondersteunde het project. Het boek vertelt de geschiedenis van Nazareth en is prachtig geïllustreerd met oud beeldmateriaal. De uitgave werd een groot succes en er kwam een tweede druk. In 2000 bouwde Albert verder op dit werk met de publicatie van de ‘Kroniek van Nazareth’. Davidsfonds nam opnieuw de uitgave op zich.
Op het gebied van kunst lieten de Nazareners zich ook niet onbetuigd. In 1967 organiseerde de afdeling een tentoonstelling over de Leieschilders. Het werd een succes, maar de organisatoren hadden iets te diep in de buidel getast. 8. Er was een tekort van 3207 Belgische frank. Men moest een toelage van de gemeente aanvragen om de werking van de afdeling te garanderen. Dit hield hen niet tegen om nog tentoonstellingen op poten te zetten. In 1970 vond er een tentoonstelling van kunstschilder Martin Wallaert plaats in het gemeentehuis van Nazareth. Martin was op dat moment inwoner van Nazareth en bestuurslid van Davidsfonds. De tentoonstelling werd met 600 bezoekers een succes. In 1973 werd het werk van kunstschilder Georges Dheedene en beeldhouwer Herman van Nazareth getoond op initiatief van de Davidsfondsers. Dheedene had al in 1971 zijn werk mogen tonen. Het bestuur promootte graag kunstenaars uit de regio. In die periode kon Davidsfonds al een tijd rekenen op wellicht de langst actieve secretaris met name Roland Van Huffel die zo maar eventjes gedurende 37 jaar zijn schouders stak onder talloze mooie activiteiten (zie ook het interview in deze courant).
Voor Davidsfonds Nazareth was toneel van bij het begin belangrijk. Zoals we al gezien hebben ontstond de afdeling uit een toneelvereniging. De leden speelden zelf toneelstukken. Uit de archieven blijkt dat o.a. in februari 1963 de leden op eigen kracht het stuk ‘De Vreemdeling’ brachten. Een paar maanden daarvoor -op 25 december 1962- brachten de mensen van Davidsfonds Nazareth ‘Kermisvolk op kerstdagen’. Ze werden voor deze opvoering bijgestaan door de leden van de plaatselijke toneelkring ‘Kunst Adelt’. Toch had Davidsfonds Nazareth niet de hand in alle stukken die het programmeerde. Het bestuur nodigde regelmatig theatergezelschappen uit. Het Kortrijkse Theater Antigone was één van die gezelschappen die meermaals inging op de uitnodigingen. Misschien het grootste evenement dat Davidsfonds Nazareth organiseerde bevond zich ook in de theatersfeer.
Op 23 maart 1970 werd ‘Schwarzwälder Passion’ opgevoerd in de kerk van Nazareth. De acteurs die dit passiespel speelden waren afkomstig uit het Zwarte Woud. Toch hebben een pak Nazareners een bijdrage geleverd aan het stuk. Aan het spektakel deden immers een hoop figuranten mee. Davidsfonds heeft zich ten volle achter dit project gezet en het wierp vruchten af. Er werden drie voorstellingen gespeeld waarnaar tezamen 1096 toeschouwers kwamen kijken. Vanzelfsprekend woonden er eveneens mensen van buiten de gemeente dit groots opgezette passiespel bij. Op de schoolvoorstellingen waren er ook scholen van buiten het dorp aanwezig. De oudere Davidsfondsleden hebben nog altijd goede herinneringen aan dit evenement.
DF had de smaak van de grotere evenementen toen te pakken, want op 8 juli 1971 kwam de Blue Lake Fine Arts Internationale Band concerteren in het parochiaal centrum van. 9. Het optreden maakte deel uit van een Europese tour die ook Duitsland, Zwitserland, Oostenrijk en Italië aandeed. De band bestond uit 72 uitvoerders die allemaal een slaapplek moesten vinden. Als organisator moesten de Davidsfondsers op zoek gaan naar gastgezinnen voor de jongeren. Het optreden kwam er in het kader van ‘Up with People’. ‘Up with People’ is een jongerenorganisatie die in 1965 ontstond als tegenreactie tegen de negatieve sfeer (door de Vietnamoorlog) die er in de wereld heerste. Sindsdien brengt de organisatie over heel de wereld positieve ‘vibes’ door middel van muziek.
De vereniging deed hier in de loop der jaren ook veel zoals het organiseren van theater en opstel-en voordrachtwedstrijden. 10. Zo trad Theater Taptoe in de jaren 1970 twee keer op in het parochiaal centrum. Freek Neirynck bracht mooie stukken met zijn marionetten, maar achteraf kwam wel de bedenking dat ze nogal moeilijk waren voor de jeugd. In 1979 organiseerde de vereniging een opstel- en voordrachtwedstrijd voor de leerlingen van de drie hoogste jaren van de Nazarethse en Eekse basisscholen. Dit in het kader van het Jaar van het Kind. Dergelijke wedstrijden pasten natuurlijk goed bij Davidsfonds. Het was een mooie kans om de Vlaamse taal in de kijker te zetten.
In de jaren 1980 ging DF door op het elan van de goede voordrachten met o.a. professor Urbain Vermeulen, Jan Hoet, Louis De Pelsmaker, professor Els De Bens, dokter Jan Vermeire en professor Fernand Vandamme. 11. Op 23 november 1980 kwam professor Urbain Vermeulen over de grondslagen van de islam spreken. Een onderwerp dat in die tijd al zeer toepasselijk was. In 1979 werd de sjah uit Perzië/Iran verdreven en kreeg de islam de bovenhand in het land. Gentenaar Jan Hoet gaf in het voorjaar van 1982 een uitzetting over moderne kunst. Wie had men beter kunnen vragen om dit thema te belichten? Hoet had toen nog niet de bekendheid van later, maar hij was wel al zijn welbespraakte en flamboyante zelve. Een dik jaar later sprak BRTN-sportjournalist Louis De Pelsmaeker over wat er zich afspeelde achter de schermen van de sportwereld. De lezingen van Davidsfonds waren heel divers en het bestuur slaagde er telkens in om interessante figuren naar Nazareth te lokken. Op 1 maart 1984 was dat Jan Vermeire. De arts stichtte in 1978 de armoede-organisatie Poverello en had een boeiende kijk op het geloof en de maatschappij. De DF leden sloten in die periode hun ogen niet voor de veranderingen in de maatschappij. Voorbeelden hiervan zijn de voordrachten van professor Els De Bens en professor Fernand Vandamme. Communicatiespecialiste De Bens sprak in het najaar van 1988 over de invloed van media op de politieke gedragingen. Op 5 februari 1989 had Vandamme het over de computer in de toekomst. Vandamme kwam vanaf 2005 in opspraak, maar een deel van zijn werk bleef natuurlijk relevant.
DF bleef het Vlaams karakter belangrijk vinden. In februari 1982 werd een Felix Timmerman-evocatie georganiseerd, in april 1983 viel die eer te beurt aan Stijn Streuvels die eerder al in 1951 voor de afdeling had gesproken. Door schrijvers te eren werd het belang van de Vlaamse cultuur benadrukt. 12. In de jaren ’80 van vorige eeuw zette Vlaanderen belangrijke stappen inzake zelfstandigheid. Dat valt eveneens af te lezen uit de lezingen die Davidsfonds organiseerde. Zo ging een lezing in maart 1982 over Vlaanderen op weg naar zelfbestuur. Toen dit doel grotendeels werd gerealiseerd evolueerden de Vlaamse thema’s. Op 24 oktober 1991 kwam niemand minder dan toenmalig secretaris-generaal van Davidsfonds Norbert D’hulst spreken over de positie van Vlaanderen in Europa. Men hechtte meer en meer belang aan de economische rol die Vlaanderen als regio moest spelen. In dat kader pasten bijvoorbeeld de bedrijfsbezoeken aan de Vlaamse suikerfabriek te Moerbeke-Waas in 1986 en aan staalbedrijf Sidmar in 1991.
DF Nazareth was -net als de andere afdelingen- in oorsprong een katholieke vereniging. Vanaf de jaren 1960 sloeg de ontkerkelijking overal toe en die zette zich doorheen de volgende decennia door. In Nazareth heeft men altijd respect gehad voor het katholieke geloof en trachtte men het met een moderne blik te benaderen. Dat valt af te leiden uit de lezingen die geprogrammeerd stonden. Op 3 maart 1987 had pastoor Geldhof het over humor in de kerk, op 10 maart 1988 sprak Jozef De Kesel in Nazareth over het lijden. De Kesel zou later tot aartsbisschop en kardinaal worden benoemd. Op 24 februari 1992 gaf pastoor Paul Becaus een voordracht waarin het ging over de verhouding tussen het christendom en de New Age-beweging. Davidsfonds heeft nooit ontkend dat het geloof door zwaar weer gaat. In het voorjaar van 1996 organiseerde de Nazarethse afdeling daarom samen met Davidsfonds De Pinte en Zevergem een lezingenreeks onder de titel ‘Kerk: tijd van crisis, tijd van kansen’. Onder meer kerkjurist en professor Rik Torfs, toenmalig Gents bisschop Arthur Luystermans en onze eigen Annemie De Gussem hoorden bij de sprekers.
Uit het voorgaande lijkt het alsof Davidsfonds Nazareth zich enkel bezig hield met de ‘grote thema’s’. Niets is minder waar, er waren en er zijn geregeld lichtere activiteiten. Enkele decennia geleden begon de traditie van het organiseren van een najaarwandeling die ondertussen uitgroeide tot een begrip binnen de werking. Elke editie vindt plaats op een mooie plek en krijgt recent een extra toets bv. stiltewandeling, poëziewandeling, aperitiefwandeling.
13. Het bezoeken van plekken met historisch belang is een aspect dat doorheen de geschiedenis van Davidsfonds Nazareth geregeld op de agenda staat. Hef hoeft niet altijd ver te zijn. Op 18 oktober 1992 werd een geleid bezoek gebracht aan de Ottoonse kerk en de oude abdijsite van Ename. Daar waren destijds de archeologische opgravingen volop aan de gang.
De activiteiten in de jaren 1990 verschilden niet veel van de voorgaande. DF bleef inspelen op wat er gaande was in de maatschappij met o.a. professor Brice De Ruyver (drugsproblematiek) en protest (tegen Franse kernproeven). 14. Op 21 oktober kwam de gerenommeerde criminoloog en professor Brice De Ruyver spreken over drugsproblematiek. Vooral de problematiek bij jongeren werd onder de loep genomen. Voor de Ruyver was de voordracht een halve thuismatch, want hij heeft in Nazareth-Eke gewoond. In 1995 was er veel protest rond de Franse kernproeven op Mururoa en Fangataufa. Davidsfonds liet zich niet onbetuigd in het protest en participeerde mee aan de milieuweek in november 1995. Het thema was toepasselijk ‘radioactiviteit rondom ons’.
Het boek is altijd hoog ingeschat door Davidsfonds. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de Nazarethse afdeling in 1998 voor het eerst naar de Boekenbeurs in Antwerpen ging. De organisatie van de trip gebeurde in samenwerking met de gemeentelijk bibliotheek. De goede banden tussen de gemeente en Davidsfonds leidden als eens meer tot vruchtbare samenwerkingen.
De Nazarethse afdeling onderhoudt eveneens goede banden met de plaatselijke toneelkring ‘Kunst Adelt’. De roots van DF Nazareth lagen in een toneelkring, maar zelf theater maken doet de vereniging niet meer. Het hart voor toneel is er nog wel, want Davidsfonds laat niet na om promotie te maken bij de leden voor ieder stuk van ‘Kunst Adelt’. De Davidsfondsers zijn trouw aanwezig als er een stuk wordt gespeeld. Hetzelfde geldt voor het toneelgezelschap ‘het Lam’ dat bijzondere voorstellingen brengt op unieke locaties en al meermaals Toast Literair een speciaal cachet gaf. Een andere van oudsher gekende Nazarethse vereniging waarmee Davidsfonds goede banden heeft is de Harmonie Vrank en Vrij. DF zet de activiteiten van de harmonie vaak in de kijker. Bij de concerten zitten er altijd leden in het publiek.
In 1999 vierde Davidsfonds Nazareth het 75-jarige jubileum. De afdeling bleef na dit jubileum zeer actief. In 2005 had één van de mooiste initiatieven uit die periode plaats. Het Antwerpse kathedraalkoor gaf in dat jaar een kerstconcert in de kerk van Nazareth.
Toch was er in die jaren een hang naar vernieuwing. De vereniging was nog relevant, maar verloor -net zoals de overgrote meerderheid van de afdelingen in Vlaanderen- aan populariteit. Rond 2006 werd het bestuur gedeeltelijk vernieuwd met jongere mensen met nieuwe ideeën. Die nieuwe kijk deed de vereniging deugd. In diezelfde periode begon het Nazarethse bestuur te spreken over een fusie met DF Eke. DF Nazarerth probeerde, maar de Ekenaren hielden de boot af. In 2006 waren de geesten nog niet rijp. Dit veranderde in de daaropvolgende jaren vrij snel. Op 27 augustus 2008 werd DF Eke officieel bij het DF Nazareth gevoegd.
DF-Nazareth is geëvolueerd naar een cultuurorganisatie pur sang. De Vlaamse elementen zijn er nog, maar ze staan op de achtergrond. Men is doorheen de jaren zichzelf gebleven en men staat open voor nieuwigheden.
15. In juni 2009 trad stand-upcomedian Piv Huluv op in CC Nova. Iets wat vrij nieuw was, want Davidsfonds Nazareth had weinig ervaring met comedy. Bij de andere nieuwe initiatieven hoorden o.a. een whiskyproeverij in mei 2011 in de Gentse pub ‘The Glengarry’. Wijnproeverijen waren er al geweest, maar dat lag anders voor whisky. Het DF is doorheen de jaren zichzelf gebleven. De goede voordrachten zijn altijd een sterkhouder van de organisatie gebleken. Op 28 april 2011kwam Dimitri De Maesschalck in CC De Brouwerij spreken over ‘Vlaanderen in de kunst’. Toenmalige Voka-voorzitter Luk De Bruyckere had het op 25 oktober 2012 over ‘Vlaanderen, een topregio in Europa 2020’ in CC De Zwaan. In datzelfde CC De Zwaan kwam Fred Brouwers op 14 maart 2013 zijn eigenzinnige kijk op opera geven.
De laatste jaren heeft DF meer aandacht voor eetcultuur. Toast Literair is een initiatief waarbij men een uitgebreid ontbijt of een etentje koppelt aan een literair gebeuren. Toast Literair is in heel Vlaanderen fel gesmaakt.
DF bleef een steentje bijdragen aan de lokale geschiedenis. Op Erfgoeddag 2010 werkte de cultuurorganisatie samen met het gemeentebestuur mee aan een verhalentocht door het dorp. Tijdens de tocht werden oude volksverhalen uit Nazareth van onder het stof gehaald. Albert Le Clercq, een zeer actief bestuurslid, was één van de sprekers.
DF promootte ook in de jaren 2000 de Vlaamse taal. In 2007 organiseerden ze de preselectie van het Groot Dictee der Nederlandse Taal voor het eerst. In meer recente tijden was Davidsfonds de drijvende kracht achter de Junior Journalist-wedstrijd. Door het journalistieke talent bij de jeugd te stimuleren scherpt men tevens hun taalgevoel aan.
De coronacrisis was voor alle verenigingen een moeilijke periode. Toch wist DF zich te handhaven. Sociale media werden ingeschakeld en in 2020 verscheen de ‘Maandmuze’ tien keer en het jaar daarop de ‘Seizoenmuze’. In die blaadjes werden geschiedkundige feitjes, gedichten, verhalen, muziektips, recepten, weetjes, etc. en andere weetjes gepubliceerd. De leden kregen hierdoor toch hun maandelijks dosis cultuur. Men liet in de coronacrisis bovendien niet na om de leden te verblijden met een bloemetje.
Na de coronacrisis was DF weer springlevend. Het initiatief ‘ Ten huize van…’ is nu één van de speerpunten. In een huiselijk kader wordt een klassiek concert gegeven. Het krijgt een extra dimensie door de intieme sfeer, het concept is lang niet uitgemolken.
Davidsfonds Nazareth is een eeuweling, maar daar is niets van te merken. De organisatie is mee geëvolueerd met de tijd en daardoor springlevend. In de voorbije 100 jaar bracht ze cultuur en ontspanning naar de mensen en dat zal de vereniging nog een hele tijd blijven doen.
Davidsfonds Nazareth is na 100 jaar niet uitverteld….
(door Manuel Van den Abeele)